Ik heb eens een mevrouw gekend, die het zo erg vond, dat bepaalde heiligen waren afgeschaft.
Zij had met een van hen heel veel affiniteit en vroeg bij van alles en nog wat om zijn voorspraak bij God.
Zij wist dat hij alleen maar was voor verloren voorwerpen, en terwijl ze dit zei, moest ze ook wel om zichzelf wat lachen.
Maar steeds, als zij 's avonds gebeden had, had zij de rust om in te slapen en vaak zag zij de volgende dag iets, waaruit voor haar de werking ervan was gebleken.
Waarom lachte zij zichzelf hierom uit?
Was ze er wat verlegen mee, dat ze dit vertelde en zelf geloofde?
Dit is een typisch stukje uit het geloof van heel veel mensen uit de (oude) RK kerk.
Protestanten hebben we daar niets mee.
Ik heb geleerd daarmee niets te moeten kunnen.
Het is een stukje beleving van de ander.
Een gevoel, dat de betreffende persoon maar zelden kan uitleggen.
Ik denk ook dat dat niet hoeft.
Als het effect er is?
De reden waarom, is die dan belangrijk voor de ander?