Zowel voor lichaamlijke, als geestelijke gebreken.
Hoe moeilijk is het om je gebreken te kennen en te aanvaarden, zonder te vervallen in zelfbeklag, geestelijke zelfdestructie, en zelfmelij?
Hoe moeilijk is het niet daarin te blijven hangen, maar het te erkennen, aanvaarden en verder te gaan met de neus vooruit, vol vertrouwen, dat het alleen maar beter kan gaan in de toekomst?
Hoe moeilijk is het om te aanvaarden, dat er mensen zijn die van je houden?
Met je gebreken en niet ondanks je gebreken.
Hoe moeilijk is het om je blik gericht te houden op wat je wel kunt en niet op wat je niet kunt?
En hoe moeilijk is het om dat in de praktijk van alle dag te doen, ook al weet je drommels goed, wat het beste is, als je erover nadenkt en bij stilstaat.
Hoe is de praktijk bij jou en bij mij?